op zoek naar een uitdaging? die vind je in verpleegkunde!

minke | 25 jaar | verpleegkundige in een herstelcentrum

Minke is 25 jaar en werkt als verpleegkundige in een herstelcentrum. Ze is enorm geïnteresseerd in het herstelproces van mensen met een medische aandoening, een interesse die haar langs fysiotherapie richting verpleegkunde voerde. Ze vertelt graag meer over haar werk, dat ze met veel passie doet.


Wat heeft je geïnspireerd om een studie in de zorg te doen en daarin te gaan werken?

“Ik denk dat het iets is wat ik altijd wel al wilde,” begint Minke. “Uhm, nee,” lacht ze dan, “dat is helemaal niet waar! Het is wel zo dat mijn hele gezin in de zorg werkt. Het menselijk lichaam vond ik altijd al erg interessant. En ik wilde graag werk doen waarbij ik met mijn handen bezig kon zijn en iets kon betekenen voor mensen.”

Welke studie heb je toen gekozen

“Ik heb in eerste instantie fysiotherapie gekozen, omdat ik revalidatie heel interessant vind: mensen die iets hebben meegemaakt helpen naar hun oude niveau. Deze mensen hebben best een klap gehad. Maar ze kunnen vaak meer bereiken dan wat je in het begin verwacht,” vertelt Minke verwonderd. “Wat ik heel bijzonder vind is dat mensen soms heel slecht binnenkomen, ze kunnen bijvoorbeeld niet meer lopen of niet meer eten en drinken. Vaak zie je ze dan stapjes in de goede richting zetten, totdat ze weer zelfstandig naar huis kunnen. Ik vind het heel mooi dat ik mensen daarbij kan helpen.”

Nu werk je in een herstelkliniek, maar daar ben je na een studie verpleegkunde terechtgekomen. Hoe zit dat?

“Tijdens fysiotherapie kwam ik er achter dat ik herstel inderdaad heel interessant vond. Tijdens mijn tweede jaar van de studie ben ik gaan werken als bijbaan in de zorg en kwam er achter dat dat nóg beter bij mij paste. En toen heb ik de overstap naar verpleegkunde gemaakt. Ik werk nu in de neurorevalidatie en dat vind ik het meest interessant. We weten eigenlijk nog heel weinig over de hersenen, maar ze kunnen je soms echt verrassen!”

Hoe ziet jouw dag er uit?

“Mijn werk is elke dag anders en dat maakt het erg leuk! ’s Ochtends begin je aan je rondje met de ochtendzorg: mensen wassen en aankleden. Daarna hebben we pauze en vooral de middag loopt elke dag weer helemaal anders. Soms heb je tijd om dossiers bij te werken, of een praatje te maken met patiënten. Maar soms ben je ook de hele dag aan het lopen om mensen bijvoorbeeld naar de wc te helpen.”

Geef je zelf ook therapie?

“Nee dat hoort niet bij mijn taken,” legt Minke uit, “maar wat we wel doen is revaliderend verplegen: mensen zoveel mogelijk dingen zelf laten doen die ze wel kunnen. Eigenlijk is alles wat wij doen therapie. Als je iemand uit bed haalt en naar de badkamer moet, sta je voor de keuze of je hem laat lopen of een rolstoel pakt. En als diegene kan lopen, ga je dus lopen. Wij kijken tijdens ons werk goed naar wat iemand kan of waar je nog kunt stimuleren, in plaats van direct alles over te nemen.”

Welke talenten zet je in tijdens je werk in de zorg?

“Mijn belangrijkste talent is dat ik heel gestructureerd ben. In het begin denk je misschien niet dat je dat nodig hebt in de zorg. Maar als verpleegkundige heb je stiekem heel veel taken. Je bent het middelpunt van alle zorg die om de patiënt heen draait. Je moet vooral voor de patiënt dus het overzicht houden. Soms moet je namelijk aan de hand daarvan beslissen of er extra zorg, zoals een fysiotherapeut, nodig is. Ook is het belangrijk om het totaalplaatje en het einddoel in je hoofd te houden: waar werken we naartoe en wat is daarvoor nodig?”

Dat klinkt als veel verantwoordelijkheid! Zijn er meer dingen die je moet doen waarvan je in het begin niet wist dat het bij verpleegkunde hoorde?

“Ik had wel vooroordelen over het vak. Ik koos in het begin fysiotherapie en niet verpleegkunde, omdat ik niet tegen naalden kan. Maar eigenlijk is dat maar zón klein deel van verpleegkunde, net zoals dat mensen denken dat je alleen bloed ziet. Dat valt reuze mee en daar wen je aan. Het belangrijkste is dat al die kleine onderdelen, zij het leuk of minder leuk, samen in hun geheel een ontzettend mooi vak vormen. Als je dat voor ogen houdt kun je ook makkelijker de minder leuke dingen accepteren. Veel mensen pikken er één ding uit waardoor ze afhaken, terwijl het echt maar kleine onderdelen zijn van het vak.”

Heb jij nog meer tips voor jongeren die een studiekeuze moeten maken?

“Ik zou vooral bedenken wat ik nú leuk vind om te doen en aan de hand daarvan kiezen. En niet bang zijn dat je de verkeerde keuze maakt. Je denkt vaak: wat ik nu kies is voor de rest van mijn leven. Maar je leven is héél lang. Je moet kiezen voor wat je nu leuk vindt en als het over een aantal jaar toch niet meer je roeping is, kun je altijd switchen.”

En er is nog iets dat Minke wil zeggen tegen iedereen die een studiekeuze moet maken:

“Ik vond het best wel moeilijk om na het vwo voor een HBO studie te kiezen in plaats van een universitaire studie. De meeste zorgstudies zijn nou eenmaal HBO, omdat je aan de slag moet. Ik denk dat die drempel echt te hoog wordt gemaakt door school. Bedenk gewoon of je theoretisch aan de slag wil, of met je handen bezig wil zijn. Want als je dat wil is HBO écht een leuke uitdaging. Laat je dus niet tegenhouden!”

Dat vinden wij nou ook! Waar wacht je nog op? Kom zorgen dan!